Gebouw

Geschiedenis van de Martinikerk
Omstreeks het jaar 1000 bevond zich de eerste stenen kerk aan het Martinikerkhof. Dit was een éénbeukige romaanse kerk van tufsteen. Rond het jaar 1220 stond op dezelfde plaats een grotere kerk in romano-gotische stijl. De Martinikerk was toen een driebeukige kruiskerk met een hoog middenschip en lagere zijbeuken. Ronde absides sloten het koor en de zijbeuken af. Van deze bouwfase zijn nog veel sporen in de kerk aanwezig. Voorbeelden zijn de ronde vensters en de spaarvelden met siermetselwerk (te zien aan de buitenkant van de kerk) in de noord- en zuidgevel van het schip.


  

Groningen was in de 15de eeuw een bloeiend handelscentrum en maakte deel uit van het Noord-Europese Hanzeverbond. De groei en de welvaart van de stad leidden tot de wens de Martinikerk verder uit te breiden. De gotiek had inmiddels in het noorden zijn stempel op de bouwkunst gedrukt. De luchtige gotische bouwstijl kende technieken die het mogelijk maakten hoger te bouwen en meer licht toe te laten door grote vensters in de muren aan te brengen. De Martinikerk kreeg na een flinke uitbreiding een gotisch uiterlijk. Het oude koor werd vervangen door een hoog, licht koor. Door de verhoging van de zijbeuken van het schip, veranderde de kerk in een zogenaamde hallenkerk. De kapel ten noorden van het koor werd in de 16de eeuw in laat-gotische stijl gebouwd.